Klimaatverandering vormt niet alleen een humanitaire uitdaging, maar ook een technische. Van straalmotoren tot tolwegen: veranderende klimaatomstandigheden beïnvloeden de militaire paraatheid, de robuustheid van infrastructuur en de investeringskansen voor de bedrijven die deze ontwikkelen en onderhouden.
Wat heeft een Amerikaanse producent van straalmotoren gemeen met een Italiaanse tolwegbeheerder? Er is veel gepubliceerd over de invloed van ESG-beleggingsprincipes (milieu, maatschappij en governance) op fabrikanten van militaire uitrusting. Minder aandacht is besteed aan de vraag hoe milieufactoren zelf impact kunnen hebben op militaire hardware, de producenten daarvan en de cruciale infrastructuur die zowel voor militaire als civiele doeleinden wordt ingezet.
Door de natuur op de proef gesteld
Wij verwachten dat veranderingen in het milieu zullen leiden tot hogere kosten voor militaire paraatheid, en tegelijkertijd de aantrekkelijkheid zullen vergroten van obligaties van zowel producenten van militair materieel als exploitanten van Europese tolwegen.
De perceptie van dreigingen zal verschuiven naarmate het milieu verandert, wat directe gevolgen heeft voor de militaire uitgaven. Recente defensiestudies uit de VS en het VK wijzen op veranderingen in de ‘corridors van strategische interactie’1 door ‘nieuwe geografische realiteiten2, zoals het smelten van het poolijs, waardoor voorheen ontoegankelijke gebieden tussen buurlanden worden opengesteld.
Naast het concept van veranderende conflictcorridors heeft klimaatvariabiliteit ook een directe invloed op apparatuur en producten. Zo presteren straalmotoren anders in uiteenlopende gebruiksomstandigheden. Extreme temperaturen, zowel laag als hoog, beïnvloeden de operationele eigenschappen en de onderhoudsvereisten. Deze factoren worden reeds meegenomen in de planning van onderhoudscycli. Wordt het minder zinvol om dit te doen op basis van ‘typische vliegomstandigheden’, nu het weer steeds onvoorspelbaarder wordt? Realtime temperatuurcondities zullen dan zwaarder wegen, wat plannen op voorhand per definitie moeilijker maakt. Twee recente incidenten met F-35’s, waaronder één waarbij de piloot zich met de schietstoel moest redden, tonen de risico’s aan wanneer barre weersomstandigheden (één incident was in Alaska) samenvallen met menselijke fouten. Onder normale omstandigheden zouden beide vluchten waarschijnlijk probleemloos zijn verlopen, maar het extreme weer verergerde de fout, wat in één geval leidde tot het verlies van een toestel ter waarde van bijna 200 miljoen dollar. Naarmate klimaatvolatiliteit en -intensiteit toenemen, zouden emittenten van investment-grade obligaties, zoals General Electric en RTX Corporation3, moeten profiteren van zowel de groeiende vraag naar nieuwe apparatuur als van hun winstgevende activiteiten op het gebied van motoronderhoud en service.
Onderzeeërs vormen een essentieel onderdeel van de nucleaire afschrikstrategie van veel landen en illustreren hoe veranderende milieuomstandigheden invloed hebben op militaire uitrusting. Het vermogen om detectie te vermijden is een cruciaal kenmerk van elke nucleaire onderzeeër. Omdat veranderingen in watertemperatuur de voortbeweging van geluid beïnvloeden, blijft geluidsanalyse een essentieel middel voor detectie. Net als bij motoronderhoud en luchtvaartprestaties draait het ook hier om de operationele omgeving, én om het vertrouwen in aannames over hoe die zich in de toekomst zal ontwikkelen. Het lijkt steeds waarschijnlijker dat de toenemende onzekerheid over operationele omstandigheden en detecteerbaarheid nieuwe inkomstenstromen zal creëren voor fabrikanten met investment-grade obligaties, zoals General Dynamics en BAE Systems.
Overlappende infrastructuur
Kan klimaatverandering leiden tot minder budget voor materieel? Wanneer militaire organisaties miljarden moeten besteden aan herstelwerkzaamheden of aan de bouw van beschermende civiele infrastructuur, rijst de vraag of dit ten koste gaat van het materieelbudget. Tot dusver lijkt het erop dat relatief welvarende landen, die doorgaans de grootste militaire uitgaven doen, steeds manieren vinden om aan deze concurrerende behoeften te voldoen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de recente debatten over hogere militaire uitgaven binnen de NAVO. Toen leden onder druk werden gezet om hun defensie-uitgaven tot een groter percentage van het bruto binnenlands product te verhogen, reageerden sommige landen door de definitie van ‘defensie’ te verruimen. Een opmerkelijke categorie die al lang onder dergelijke uitgaven valt, is mobiliteitsinfrastructuur.
Het wordt algemeen erkend dat bepaalde civiele werken essentieel zijn om militaire paraatheid te waarborgen. Zonder spoorwegen, luchthavens of wegen zou het nut van militair materieel beperkt zijn. Er is dus een voortdurend evenwicht nodig tussen civiele en militaire investeringen. Binnen de Europese Unie bestaat het Actieplan voor Militaire Mobiliteit (APMM), dat ook het wegvervoer omvat. Dit plan benadrukt dat er een aanzienlijke overlap is van meer dan 90% tussen de weginfrastructuur die als militair relevant wordt beschouwd en de wegen die deel uitmaken van het Trans-Europees Vervoersnetwerk (TEN-T), een netwerk van wegen, spoorlijnen en waterwegen binnen de EU. Het TEN-T vormt een onderdeel van de operationele netwerken van emittenten van investment-grade obligaties, zoals Autostrade, Vinci, ARRP en Abertis.
Het APMM kan tolwegbeheerders op twee manieren ondersteunen. Omdat het door de Europese Commissie (EC) is goedgekeurd, is er daadwerkelijk financiering beschikbaar om lidstaten te helpen bij de delen van het netwerk die zich binnen hun grenzen bevinden. Door deze corridors als infrastructuur met hoge prioriteit aan te merken, krijgen lidstaten ogenschijnlijk de mogelijkheid om deze binnen hun nationale kaders te verbeteren, zonder daarbij de staatssteunregels voor de financiering van private bedrijven te schenden. Hoewel dit nog niet op de proef is gesteld, zou het op zijn minst ongerijmd, en misschien zelfs absurd, zijn wanneer een lidstaat een strategisch belangrijk stuk snelweg moderniseert, om vervolgens door de Europese Commissie, die diezelfde route als prioriteit heeft bestempeld, van concurrentievervalsing te worden beschuldigd. In dat scenario zouden tolwegbeheerders in Europa die investment-grade bedrijfsobligaties uitgeven, mogelijk eenvoudiger overeenstemming kunnen bereiken met overheidsregulatoren over hun investeringsplannen, wat ten goede zou komen aan hun obligatiehouders.
De conclusie
Op basis van eerdere uitgavenpatronen en de huidige geopolitieke situatie is het waarschijnlijk dat de welvarende economieën van Europa en de VS hun uitgaven zullen verhogen om te voldoen aan hun groeiende behoeften op het gebied van materieel en mobiliteit. Dit komt niet alleen ten goede aan defensieproducenten, maar ook aan Europese wegbeheerders.
Als investeerders blijven wij volgen hoe milieudruk zowel strategische prioriteiten als operationele realiteiten beïnvloedt. De samenkomst van klimaatbestendigheid en defensie is geen theorie meer maar eerder onvermijdelijk.